maandag 17 december 2012

Rustweg

`Wat is de geboortedatum?`vroeg de vrouw nogmaals. Toen ik het jaartal herhaalde, klonk er toch nog enigszins geschrokken uit de mond van vrouw aan de andere kant van de telefoon: `Wat jong'.
Vierenvijftig is per definitie niet de leeftijd om je alarmeringssysteem op te zeggen omdat je in een verzorgingshuis gaat wonen.Het is de leeftijd om oma te worden, hopenlijk nog aan het werk en een rijk gevuld leven, zowel qua vriendschappen als in imaterieel opzicht. Voor Alice liep het leven dus anders.

Anders was noodzaak. Als kind probeerde Alice geluidloos te kauwen. Haar moeder hield er niet van als zij haar hoorde kauwen. Vaak zei ze niets tegen Alice. Haar vader was veel op pad en had een slechts een kleine rol in het gezinsleven. Hij was vertegenwoordiger van inseminatiemateriaal. Alice had ooit in een ondeugende bui een potje glijdmiddel uit zijn tas gehaald en had het kleverige spul gebruikt als plaksel op school. De schooljuf had het etiket gelezen toen ze de opstijgende geur  opmerkelijk vond. Hevig geschrokken belde zij het huis van Alice. Moeder had de telefoon opgenomen en zij had zich geen raad geweten met de mededeling van de juf dat Alice glijmiddel van huis had meegenomen. Moeder voelde de gedachte van de juf prikken op haar huid. Zij maakte zich een voorstelling van het leven van haar en haar man dat geheel niet waar was.

donderdag 1 november 2012

Daklozen Tweet




Druk op   groot omdat het wachten is op een van  Veel langblijvers. Daarom mensen noodgedwongen op straat.

Deze Tweet over de druk die er ligt bij nachtopvang Humanitas in Almelo is terecht gekomen bij veel mensen.
Veel langblijvers in de nachtopvang, terwijl het doel van de nachtopvang is om mensen tijdelijk onderdak te verschaffen. Twee langblijvers staan op de wachtlijst voor het hostel. Een situatie die zo niet kan blijven voortduren. Het hostel is een 24-uursvoorziening van Tactus die permanent onderdak geeft een mensen met een verslavingsprobleem.

Deze Tweet heeft gevolgen. Daklozenproblematiek staat op de agenda. Journalisten nemen contact op  met mij en de organisaties die betrokken zijn bij de daklozen. Inmiddels zijn er vier artikelen in de Tubantia geplaatst en een berichtje over de radio uitzending van Rumoer. Ook is er naarstig overleg gevoerd tussen de gemeente en betrokken instanties. Bestuursvoorzitter Ruud Rutten is geinterviewd. Zijn nieuws is dat er overleg is tussen Tactus en zorgkantoren en verzekeraars.

Bij radio Almelo, in het programma Rumoer heb ik een debat gevoerd met wethouder Mieke Kuik van Sociale Zaken. Mieke stelt dat er in Almelo niemand op straat hoeft te slapen. Terwijl ik zeg dat er elke nacht mensen noodgedwongen op straat slapen.
Mieke haalde de winterslaapplaatsen van stal en wees op de extra vijf plekken die in bij vorst, 2 of 3 graden onder nul gerealiseerd worden. Mijn punt is dat er ook nu, geen vorst aan de grond er een tekort is. Maar mijn insteek is niet, zoals abusievelijk in de krant van vrijdag, 2 novemeber terecht is gekomen dat er uitbreiding van de nachtopvang moet komen. Ik vind dat het geplande hostel er moet komen voor de mensen die zorg nodig hebben en onderdak en die nu noodgedwongen in de nachtopvang blijven.
Mieke noemt het bedrag van vier ton dat nodig is voor Hostel. Geld dat er niet is bij de gemeente.
Wel hebben de twee langblijvers, de mannen op leeftijd, haar aandacht.

Social media kan heel goed gebruikt worden om 'iets' in beweging te krijgen. Goed om te ervaren.  Zinvol om in te zetten bij zaken die hoog op de agenda moeten komen.

Radio-uitzending is terug te luisteren:
http://www.aavisie.nl/site/player3/?type=3&id=45&file=0111201220

donderdag 11 oktober 2012

Van Ver Gekomen



 Ahmet is de eerste bewoner van een Tactuswoning in Zutphen. Hij woont er anderhalf jaar en het is volgens hem een succesverhaal dankzij God, Tactus en zijn eigen inzet.

`Ik kom uit Turkije. Op mijn elfde ben ik met mijn moeder, broer en zus naar Nederland gekomen. Een echt gastarbeidersgezin. Ik ging naar school en aan het werk. Nog niets aan de hand’, aldus Ahmet. Een veertiger die enthousiast zijn verhaal wil vertellen.
`Het begon mis te gaan met mij op het moment dat ik moest trouwen met een nicht. Het was niet verplicht, maar er was wel psychologische druk vanuit de familie. Ik was 21 jaar, nog weinig meegemaakt. Het bleek al snel dat het huwelijk het nietzou worden. Mijn vrouw kwam uit Turkije, dochter van mijn moeders enige zus. Ze sprak geen Nederlands en er was nietsdat ons bond. Scheiden zou de hele familie scheiden. Het werd zo beladen dat ik het huwelijk tien jaar heb laten doorsukkelen.
Ik had in die tijd een vaste baan bij DAF Trucks in Eindhoven. We woonden bij mijn ouders in Helmond. Ik leidde een leven waar ik niet achter stond. Mijn vrouw raakte in verwachting, er komt een kind in het spel en dan kun je het helemaal niet meer maken om te gaan scheiden. Via vrienden kwam ik in aan de drugs. Het was absoluut een vlucht uit de realiteit. Het gevecht, de confrontatie wilde ik niet aan. Ik was heel ontvankelijk om aan de drugs te gaan. Ik gebruikte heroïne en cocaïne. Ik heb de klassieke doorloop gemaakt. Criminaliteit, detentie. Ik zat veel in het nachtleven na mijn werk als pizzabakker.
Op een bepaald moment liet ik wel merken aan mijn vader, meestal via mijn moeder, dat ik uit het huwelijk wilde stappen. Uit zijn perspectief was de reden van mijn wens om te scheiden dat ik relaties had met Nederlandse meisjes. Het was net andersom. Zijn oplossing was: Ga naar Turkije en dan komt alles goed. Tijdens een vakantie heeft hij al mijn papieren gepakt en ik zat vast in Turkije. Het heeft mij bijna een half jaar gekost om nieuwe papieren te regelen.
Mijn vader vermoedde wel dat er iets speelde van verslaving. Als ik terugkijk, kan ik zeggen dat er nooit een goed gesprek is geweest met mijn ouders. Ik verwijt mijn vader niets omdat alles wat hij heeft gedaan uit goede bedoelingen voortkwam.
Terug in Nederland was de band met mijn ouders niet goed. Ik ging apart wonen en mijn vrouw en kind bleven bij mijn ouders. De stress situatie was nog erger. Pas een paar jaar later heb ik de scheiding doorgedrukt. Dat was toen mijn ouders naar Turkije remigreerden. Het was de familie wel duidelijk dat het huwelijk niet meer te redden was. Mijn gebruik was alleen maar toegenomen.
Mijn gebruik is constant een tweestrijd geweest, heel de periode lang. Met mezelf in discussie op weg naar de dealer. “Hoelang moet ik hier nog mee doorgaan”. Het gebruik stond altijd centraal. Soms tot walging van mezelf, want je overschrijdt je eigen waarden en normen en dat maakt het beeld van jezelf alleen nog maar slechter.
Ik heb wel pogingen gedaan om te stoppen. Hulp gezocht bij Novadic Kentron in Schijndel en in Helmond. Ik heb mij nooit willen neerleggen bij het feit dat ik gebruikte en dat het zo zou moeten blijven.
De opnames waren niet genoeg omdat er meer in mijn leven moest veranderen. Na de scheiding ben ik naar de Horeb gegaan in Beekbergen. Ik geloof in God en dat heeft mij enorm geholpen. Ik heb drie maanden in deze christelijke leefgemeenschap gewoond. Ik vond het jammer dat er geen ruimte was voor een andere religie. Dit heeft mij doen verstikken.
Zo kwam ik in Apeldoorn. Ik regelde een kamer en werk, maar vond geen rust. Ik ging naar Tactus voor methadon. Later vond ik goede kamer in Deventer en kwam in contactElly Luttikholt aan wie ik veel heb te danken. Zij is niet veroordelend en dat oordelen van mensen was mijn zwakke punt. Een schouderklopje doet veel meer dan een vingerwijzing.
Ik gaf aan dat ik helemaal op wilde houden met die hele toestand. Ik ging naar het IMC in Zutphen. Door naar de Weerd 10 in Warnsveld. Met nog wel een paar terugvallen in anderhalf jaar. Ik ben gaan werken als vrijwilliger in een bejaardencentrum en ik was actief in de moskee. Ik denk dat je iets moet geloven dat groter is dan jezelf. Zingeving is belangrijk in het herstel. Je moet de wortel in jezelf aanraken.
Na anderhalf jaar Weerd 10 ben ik doorgestroomd naar Mark 3. Hier moet je meer zelfredzaam zijn. Ik vind dit ook goed gevonden van Tactus: er is hulp op aanvraag. Tactus is een surrogaat familie geworden voor mij. Het heeft meer dan een jaar geduurd voordat ik mijn Tactuswoning heb gekregen. Ik heb die tijd ook echt nodig gehad. Er moet tijd verstrijken tussen gebruik en clean zijn. Het moet slijten. Ik werk nu als voorman bij een postbedrijf. Werk is belangrijk, het is goed voor je eigenwaarde. De wereld van gebruik staat nu ver van mij af..` (MH)







zaterdag 6 oktober 2012

Bluffen (fictie)

De bluffer kan zich soms gedwongen voelen te bewijzen dat hij de waarheid sprak.  Een beangstigende gedachte bij een geuit dreigement. Zeker als dat dreigement inhoudt dat iemand het mogelijk niet meer na kan vertellen.
Paultje belde mij op het moment dat ik op straat liep. Niet over een trottoir met rustieke eiken, maar langs een verkeersader waar vele hulpdiensten met sirenes langs reden. Onmiskenbaar het geluid dat symboliseert dat er ergens iets vreselijks geschied. Misschien daarom hoorde ik het dreigement bijna onbewogen aan. Erger dan waar al die auto's naar toe op weg waren, kon dit niet zijn. De man aan de andere kant van de lijn zei alleen maar dat hij naar mijn kantoor zou komen om iemand voor zijn kop te schieten.

Paultje is gefrustreerd. De boog is al zolang gespannen en geheel volgens de natuurwet van ontlading, moet de figuurlijke bom barsten. Niet bij mijn kantoor. Dat niet, dat moet ik voorkomen. Tegen elke prijs.

zondag 3 juni 2012

Twitter Spreekuur bij Tactus

`De hype is er vanaf’, vertelt Maarten Elsinga. `Social media is absoluut blijvend. Niet statisch, want Hyves zal afslanken en Facebook neemt het over. Er wordt over je gesproken en dan kan je beter meedoen en kijken of je het mogelijk de goede kant op kan sturen. Maarten Elsinga is Online marketing consultant bij Redmax, dat heeft zich gespecialiseerd in online concepten voor de gezondheidszorg. Zij hebben samen met IZovator de Social Media Monitor Zorg uitgebracht in 2011.
Uit de Social Media Monitor Zorg uit 2011 blijkt dat ruim 75% van de Nederlandse zorgorganisaties in meer of mindere mate aanwezig en actief op de ‘big 5’: Hyves, Twitter, LinkedIn, Facebook en YouTube.
Voor het eerst is een zorgbrede inventarisatie gedaan van de inzet van social media door zorgorganisaties (579). In de eerste editie is gekeken naar aanwezigheid, populariteit en activiteit van ziekenhuizen, GGZ, GGD, gehandicaptenzorg, thuiszorg (kleine instellingen), verpleeghuizen en revalidatiecentra op Hyves, Twitter, LinkedIn, Facebook en YouTube.
Tactus is geëindigd op plek 142 (totaal) en plek 23 binnen de GGZ sector.

Afgelopen jaar hebben veel zorgorganisaties en zorgprofessionals hun eerste schreden gezet op het terrein van social media. Daarbij wordt volop geëxperimenteerd met de ‘big 5’. Deze experimenteerfase is nodig om alle kenmerken, toepassingsmogelijkheden en keerzijdes van de nieuwe social media te ontdekken. Vanuit deze ervaringen ontstaat de behoefte aan webmonitoring, waarbij kan worden gevolgd over welke onderwerpen of organisaties er wordt gecommuniceerd. De hierop volgende stap naar resultaatgerichte inzet van social media als onderdeel van een organisatie-, marketing-, of communicatieplan wordt nog weinig gezet.

Dit najaar komt de tweede verbeterde editie van de Social Media Monitor Zorg uit. `Bij de eerste versie was het primair desk research, dus de profielen nalopen van de instellingen. De ambitie van dit jaar is om de instellingen er ook zelf bij te betrekken,’aldus Maarten.

Maarten: `Door gebruik te maken van social media vervagen de grenzen tussen cliënten en hulpverleners. De cliënt wordt partner. Dit is ook de onderliggende trend, want de dokter die boven de patiënt staat behoort al lang tot het verleden. Social media kan ingezet worden voor het optimaliseren van de arts-patiënt relatie.

Zorg20.nl is op initiatief van het Radboudziekenhuis in Nijmegen opgezet om het uitwisselen van kennis en informatie tussen zorgprofessionals te stimuleren, door het bieden van een digitaal platform met betrouwbare informatie. Daarnaast is het doel om zorgprofessionals te introduceren in de mogelijkheden van nieuwe media. Initiatiefnemer is Lucien Engelen. Het Radboudziekenhuis in Nijmegen heeft succesvol geëxperimenteerd met sociale media door de opzet van een Online IVF-Poli. De betrokken patiënten bleken zeer enthousiast en tevreden over deze vorm van sociale media waarbij men contact met artsen en lotgenoten kon hebben.

Een nieuwe toepassing van social media is het twitterspreekuur bij huisartsen. Een speciaal twitteraccountant dat een uur direct wordt beantwoord door een arts. Een tweede toepassing is de Communities, een online verzamelplaats waar lotgenoten kunnen praten over een bepaald onderwerp in besloten sfeer.

Interessant voor de verslavingszorg is of gebruik van social media de toegankelijkheid kan vergroten, drempelverlagend kan werken. `Social media heeft de potentie om mensen die veel drinken met elkaar in contact te brengen om met elkaar ervaringen uit te wisselen. Ik denk ook aan partners van gebruikers. Zij kunnen elkaar vinden in speciale communities. Dit zijn stappen die gezet worden voordat de cliënt in behandeling gaat,’zegt Maarten.

`Beter niet op Twitter met een goede reden, dan op Twitter zonder er over nagedacht te hebben. Bewust gebruik en inzetten van social media kan een organisatie veel opleveren.’

Een voorbeeld van social media gebruik binnen Tactus is de Twitter en Facebook van Smartconnection. Arjan Lamslag, preventiewerker Senior in Zwolle vertelt hoe de ervaringen zijn van social media. `Je moet het gewoon inzetten, het hoort bij deze tijd’, vertelt Arjan. `Maar dan komen ook de vragen. Wat doe je er dan precies mee?’ Er is een periode geweest dat een peer (een jongere uit het project) de Twitteraccount deed. Er kwamen veel tweets van zijn hand, maar niet altijd met veel inhoud. Het werd door mensen soms als spam beschouwd. Tweets met tekst “Goedemorgen” gaat snel vervelen. Belangrijk is dat je het zelf levendig moet houden. Nu zijn we binnen Smartconnection aan het zoeken hoe verder te gaan. Het plan wordt herschreven. Wie is onze doelgroep? De jongeren, of ook de beleidsmakers en de collega’s?

Social media gaat al lang niet meer over tools. Het gaat nu bij social media om een cultuurverandering binnen organisaties waarbij het werken aan echte relaties met medewerkers, cliënten, en partners centraal staat. Het Twitterspreekuur bij Tactus staat in de steigers.


Hoofdstuk 1 vervolg Paultje wordt dood aangetroffen

Gerrit kwam met een verslagen uitdrukking op zijn gezicht naar Madieke toe gelopen. Een blik waarvan haar collega altijd zegt dat de luiken open zijn maar er niemand thuis is. Gerrit zei op het moment dat hij Madieke tot op een halve meter genaderd was: `Paultje is dood'.
`Je hebt hem gevonden', vroeg Madieke, geschrokken door deze mededeling die niets aan duidelijkheid te wensen over liet.
`Ja, vanmorgen toen ik om de deur kwam kijken en zag dat zijn medicijnenstripje niet op tafel lag. Een teken dat hij al wakker was geweest en zijn medicijnen heeft ingenomen. Er lag niks en toen ben naar de voorkamer gelopen en daar zit hij op bed'.
`Zit', zei Madiek enigszins verbaasd.
`Ja, Paultje zit op de rand van zijn bed. Hij heeft de broek op zijn enkels. Hij is gaan zitten, denk ik om zijn broek verder uit te doen. Dit is niet meer gelukt`', gaat Gerrit verder in zijn monoloog. De lange grijze haren van Gerrit in combinatie met de grijze baard maken dat hij er veel en veel ouder uit ziet dan zijn kalenderleeftijd.
`Kom verder, we gaan naar binnen. Samen líepen we de deur van de methadonpost in. Madieke's collega Els had haar voice mail ingesproken met de vraag om terug te bellen.
`Het gaat om Paultje? ', zei Madieke tegen Els.
Ze knikte, zichtbaar aangedaan door dit trieste nieuws.
`Gerrit  kwam hier op de post en vertelde het', begon Els te vertellen. `Ik weet dat jij Paultje begeleid, dus vandaar dat ik jou heb gebeld.'
`Helemaal goed', zei Madieke. `Is er al een arts geweest?'vroeg ze aan Gerrit en Els.
`Nee', zei Els. `Ik heb gebeld en ik word voor twaalf uur teruggebeld. Madieke keek op de klok en het is net na elf uur.
`Gerrit, ik neem aan dat je nu niet direct terug wil naar huis. We kunnen hiernaast op mijn kamer gaan zitten'.
Gerrit knikte, een beetje onaangeroerd door alle drukte die er rondom aanwezig was. Hij liep Madieke achterna en met koffie ga ze met hem zitten. Gerrit vertelde nogmaals zijn aangrijpende betoog over hoe hij Paultje aan heeft getroffen in de woonkamer op zijn bed. Gerrit:`Paultje is helemaal koud. Ik riep hem eerst en toen ben ik aan zijn arm gaan voelen. Koud. Ik zal het toch wel goed gevoeld hebben?' vroeg hij met onzekerheid in zijn stem. Madieke knikte en zei: `Ik denk dat je het koude lichaam wel geod gevoeld hebt, geen twijfel over mogelijk'.
Madieke belde na twaalf uur de huisarts en ze hoorde dat de huisarts na een huisbezoek bij Paultje zal komen.
Kwart voor één, tijd om richting de woning te gaan. Madieke was er de laatste tijd al zo vaak geweest, maar nu was anders. Wat zou ze aantreffen.
Madieke stapte naast Gerrit in het blauw verweerde vrachtautootje met open laadbak. Schuddelend kwam het voertuig in beweging. Een diepe trap op het gaspedaal zorgde er voor dat de omgeving was ingelicht over het spoedig in beweging komen van dit voertuig. Schokkend reden ze weg, van de parking naar de drukke straat die nauwelijks ruimte gaf om op te gaan in de verkeersstroom. Vijf minuten later stond het vrachtautootje voor de deur van de kleine woning.
`Laten we maar achterlangs gaan, zo ben ik er vanmorgen ook in gekomen', zei Gerrit met monotome stem. `Prima', zei Madieke. `Het is niet makkelijk om weer het huis in te gaan', zei ze met een toon waarmee ze begrip wilde uitspreken voor een man voor wie ze eigenlijk weinig of geen begrip kon opbrengen.
De achterdeur zat dicht en een even uit het loodgeslagen Gerrit keek Madieke verontrust aan. `Ik heb mijn sleutelbos binnen laten liggen toen ik vanmorgen naar jullie toe ben gegaan.'
`Dat begrijp ik, dat zal door de schrik van alles zijn gekomen. En nu?'zei Madieke met krachtige stem.
`Ach. Het ruitje van de voordeur kan er uit. Dat ruitje is er in zijn leven al zo vaak uitgehaald. Ook door Paultje, want die vergat soms zijn sleutel als hij snel naar mij toe kwam omdat hij iets belangrijks had te melden.
Madieke en Gerrit lopen via het zijpad naar de voordeur met de stralende zon in hun gezicht. De hele atmosfeer ademde levenslust uit. Het was het begin van de zomer. Gerrit wrikte met de autosleutel de houten latjes los en pakte voorzichtig het raampje uit de sponning. Alles zette hij tegen de gevel van de woning aan zodat het in omgekeerde volgorde in luttele seconden was terug te plaatsen. De dikke arm van Gerrit kon met moeite door de verkregen kleine opening. En  het slot zat bijna een meter lager. Op moment dat Gerrit op zijn tenen ging staan, kon hij erbij en ging de deur als vanzelf open. Alsof de deur het initiatief nam, een uitnodiging om hen binnen te laten omdat de bewoner niemand meer welkom kon heten.
Madieke liep achter Gerrit aan. Vanuit het vierkante halletje van nog geen vierkante meter, stond Madieke direct nadat Gerrit door was gelopen tot voorbij het grote bed tegenover een half zittende Paultje. Hij zat bijna op zijn kussen, zo aan het begin van zijn bed. Zijn korte drie kwart boek hing bij zijn enkels op de grond. Hij had geen tijd gekregen om fatsoenlijk onder een dekbed zonder hoes te kruipen op een matras eveneens zonder hoes. Waar zijn hoezen eigenlijk voor nodig? Madieke schrok, ook al had ze al meerdere overleden mensen aangetroffen in woningen sinds zijj werkte bij de verslavingszorg. `Die is dood', flapte Madieke eruit voor ze er erg in had. Had Gerrit op kantoor nog eventjes zijn twijfel uitgesproken, het was Madieke direct duidelijk dat Paultje was overleden. Ze had niet de behoefte om toch nog een bevestiging te krijgen door het lichaam te voelen. De koude straalde er van af. De kleur van de huid was anders, bleker en zonder leven. Het viel Madieke op dat de voeten waren opgezwollen, alsof door het stoppen van het hart, het bloed en ander menselijk vocht zijn zwaartepunt had gezocht op het laagste punt van Paultjes lichaam. Het gezicht was bleek. Madieke kon de ogen niet zien van Paultje omdat hij met zijn hoofd naar achter lag. `Waarschijnlijk is hij gaan zitten, zoals je al zei. En toen is het gebeurd. En zo is hij naar achteren geklapt met zijn lichaam'', resumeerde Madieke in chronologische volgorde de geschiedenis. Gerrit keek haar aan en knikte. Aangedaan, ook al wist Gerrit dat dit zou gebeuren. Voorbereid was hij. Hij had al vaker mensen dood zien gaan. Ook onvrijwillig doodgaan.
De bel. Gerrit liep naar de voordeur en trekt deze open. De arts stapte naar binnen. Ze wordt ook gelijk geconfronteerd met de bewoner die zich niet meer bewust is van de onverwachte toeloop vandaag. Madieke hoort de vrouwelijke arts denken: `dood, dat is zo klaar als een klontje'.
Madieke en Gerrit nemen plaats aan de hoge tafel in de achterkamer waar ook de keuken staat. De arts doet enkele handelingen maar Madieke en Gerrit zien niet wat omdat ze tegen haar rug aan kijken.
`Het lijlt een natuurlijke dood. Weliswaar door de ziekte van Paultje. Ik zie geen tekenen van geweld. Heeft hij nog iets gebruikt? Gerrit had Madieke in de auto verteld dat Paultje gisteren een bolletje had gerookt. Tegen de pijn, verzekerde hij Madieke. De morfine was al een tijdje niet meer afdoende geweest tegen de tergende pijn die de kanker gaf.  ´Een bolletje, bolletje wat´, vroeg de arts aan Madieke. ´Heroìne´, zei Madieke. ´En een kwart gram, toch Gerrit´, vervolgde ze.

maandag 13 februari 2012

Buitenspel

>
Stations zijn per definitie onpersoonlijke gelegenheden, ook al maken er duizenden mensen per dag gebruik van.  Aan het eind van de dag worden alle sporen uitgewist door schoonmakers met een houding van ' je moet toch wat'. Verder zijn er alleen nog haastige lieden die hun aansluiting niet mogen missen en dronkenlappen. De man op perron drie was een toonbeeld van rust.

Valius staarde naar drie lichtjes in de vorm van een driehoek en keek  er naar als een kind dat zijn verjaardagscadeautje in de smiezen heeft en  weet dat hij het zo mag uitpakken.
 "Valeriaantje", klonk het achter Valius. "Zeg kerel, wat doe jij hier op dit perron? Ach, natuurlijk, jij moet je vrouwtje ophalen, is het niet?"
Valius draaide zich om en keek recht in de ogen van Kraaijenvelt.
"Jij ook met de trein?" bracht Valius uit.
 "Inderdaad, ook. Trouwens, je vrouwtje leek mij niet in een beste stemming."
 "Oh", prevelde Valius nonchalant, hij wist dat ze nooit in een beste stemming verkeerde.
 "Nou Valeriaantje, de mazzel en zet hem op vannacht."
 "He, ze doen de deuren van de trein al dicht terwijl mijn vrouw nog niet is uitgestapt", riep Valius met overslaande stem. De rangeerders liepen onverstoorbaar langs en Kraaijenvelt zag het schouwspel lacherig aan.
 "He, hè.....doe die deuren open.......mijn vrouw", brulde Valius.
 "Zeg, wat is hier aan de hand?" vroeg een man met een walkietalkie in zijn hand.
 "Mijn vrouw zit nog in die trein".
 "Ik kan u verzekeren dat deze trein leeg is".
 Kraaijenvelt keek de rangeerder wat meewarig aan en haalde zijn schouders op waarmee hij zei: 'die man is niet wijs.'
 "Nee, dat kan niet. Ze zou hier in zitten".Valius verloor al zijn uiterlijke rust en zijn eeuwige innerlijke onrust, die voortkwam uit de angst om zijn vrouw te verliezen, kreeg ruim de overhand.
 Valius begon te gillen: "Daar zit mijn vrouw". Hij bonkte met zijn vuisten tegen het glas van de deur. Valius begon harder te slaan, maar het effect werd minder omdat de trein zich in beweging zette. "Verdomme, stop die trein...mijn vrouw...stop!"
 De rangeerder maakte met zijn hand een telefoon gebaar en Kraaijenvelt knikte.
 "Zeg Valius, jouw vrouwtje is mooi verdwenen. Het is te laat, het is toch al gebeurd".
"Wat is gebeurd?" zei Valius terwijl hij nog met zijn vuisten in het luchtledige sloeg.

"Ja, dat vrouwtje van je, bij wie jij zo onder de plak zit, heeft zich prima vermaakt."
Beelden uit  de fabriek kwamen boven. Samen begonnen als schoolvrienden,  maar al snel werd Valius het middelpunt van pesterijen.
 "Waar is ze?  Je kent haar toch”, zei Valius met overslaande stem.
 Nou en of dit kennen is jochie", bulderde Kraaijenvelt.
 "Wat heb je uitgespookt?" De woorden kwamen moeizaam uit de mond van Valius. Tranen in zijn ogen.
 Bevend stond Valius met opgeheven vuist voor zijn rivaal. De vuist kon zijn werk niet doen, want twee agenten grepen hem hardhandig beet. Valius zakte in elkaar.
 "Goddank, u bent net op tijd. Die man is gek", zei Kraaijenvelt schamper.


Martin Hartog

Buitenspel

Stations zijn per definitie onpersoonlijke gelegenheden, ook maken er duizenden mensen per dag gebruik van. Aan het eind van de dag worden alle sporen uitgewist door schoonmakers met een houding van ' je moet toch wat'. Verder zijn er alleen nog haastige lieden die hun aansluiting niet mogen missen en dronkelappen.
De man op perron drie was een toonbeeld van rust. Valius was op tijd van huis gegaan om zijn vrouw van de trein te halen. Hij wist niet beter of ze zou nog een nacht bij haar moeder blijven. Hij regeerde ook heel verbaasd toen zij kort door de telefoon zei:" ik kom met de laatste trein naar huis."
Hij besloot haar op te halen om uiting te geven aan zijn opgewektheid. Hij vermaakte zich altijd wel alleen, maar hij verloor toch de regelmaat uit zijn leven. Iedere maand ging zijn vrouw naar haar moeder toe. Aan Valius werd niets gevraagd.
Drie lichtjes in de vorm van een driehoek werden zichtbaar in de verte. Valius staarde er naar als een kind dat zijn verjaardagscadeautje in de gaten krijgt en weet dat hij het zo mag uitpakken.

De treinstellen gleden langs het perron en kwamen net voorbij Valius tot stilstand. Bij het laatste piepje kwam Valius in beweging. Hij kon de passagiers die als eerste naar buiten kwamen goed zien. Hij wist dat zijn vrouw niet meer tot die voorhoede behoorde, sinds haar dramatische val tussen trein en perron.

"Valeriaantje", klonk het achter Valius. "Zeg kerel, wat doe jij hier op dit perron? Ach, natuurlijk, jij moet je vrouwtje ophalen, is het niet?"
Valius draaide zich om en keek recht in de donkere ogen van een oud-collega.
"Jij ook met de trein?" bracht Valius uit.
"Inderdaad, ook. Trouwens, je vrouwtje leek mij niet in een beste stemming."
"Oh", prevelde Valius nonchalant, hij wist dat ze nooit een beste stemming verkeerde.
"Nou Valeriaantje, de mazzel en zet hem op vanacht."
"He, ze doen de deuren van de trein al dicht terwijl mijn vrouw nog niet is uitgestapt", riep Valius met overslaande stem. De rangeerders liepen onverstoorbaar langs en Kraaijenvelt zag het schouwspel lacherig aan.
"He, hè.....doe die deuren open.......mijn vrouw", brulde Valius.
"Zeg, wat is hier aan de hand?" vroeg een man met een walkie-talkie in zijn hand.
"Mijn vrouw zit nog in die trein".
"Ik kan u verzekeren dat deze trein leeg is".
Kraaijenvelt keek de rangeerder wat meewarig aan en haalde zijn schouders op waarmee hij zei: 'die man is niet wijs.'
"Nee, dat kan niet. Ze zou hier in zitten".Valius verloor al zijn uiterlijke rust en zijn eeuwige innerlijke onrust, die voortkwam uit de angst om zijn vrouw te verliezen, kreeg ruim de overhand.
Valius begon te gillen: "Daar zit mijn vrouw". Hij bonkte met zijn vuisten tegen het glas van de deur. Valius begon harder te slaan, maar het effect werd minder omdat de trein zich in beweging zette. "Verdomme, stop die trein...mijn vrouw...stop!"
De rangeerder maakte met zijn hand een telefoon gebaar en Kraaijenvelt knikte.
"Zeg Valius, jouw vrouwtje is mooi verdwenen. Het is te laat, het is toch al gebeurd".
'"Wat is gebeurd?" zei Valius terwijl hij nog met zijn vuisten in het luchtledige sloeg.
'"Ja, dat vrouwtje van je, bij wie jij zo onder de plak zit, heeft zich prima vermaakt."
De beelden uit de tijd dat zij samenwerkten in de fabriek kwamen boven. Eerst als naaste collega, bijna vriendschappelijk. Maar al snel werd Valius het middelpunt van pesterijen.
"Stop die onzin.Vertel mij waar ze is! Je kent haar toch ook",  zei Valius met overslaande stem.
"Kennen, kennen. Nou en of dit kennen is jochie", bulderde Kraaijenvelt door de stille nacht.
"Wat heb je uitgespookt?" De woorden kwamen moeizaam uit de mond van Valius. Tranen in zijn ogen. De meest afschuwelijke beelden schoten door zijn hoofd.
"Je kan je wel indenken wat zich op een donker rangeerterrein kan afspelen."
Bevend stond Valius met opgeheven vuist voor zijn rivaal. De vuist kon zijn werk niet doen, want twee agenten grepen hem hardhandig beet. Valius zakte in elkaar.
"Goddank, u bent net op tijd. Die man is gek", zei Kraaijenvelt schamper.




Verstuurd vanaf mijn iPad

vrijdag 10 februari 2012

Verkeerde Vrienden

Met de meeste mensen die ik als bemoeizorger bezoek, krijg ik contact en in bijzondere gevallen ontstaat er echt contact. Met Gert was er zelfs sprake van zielsverwantschap. Gert, begin veertig, zei te balen dat ik als hulpverlener in zijn leven was gekomen. ` als we elkaar in een andere setting hadden ontmoet, jij dus niet in de rol als hulpverlener, zouden we dan vrienden zijn geworden?` Een cruciale de vraag die om zoveel tijd werd gesteld. Met antwoord dat dit mogelijk was, heel goed mogelijk.
De bakermat was voor ons beiden een gereformeerd nest. Degelijke ouders die het goed met hun kroost voor hadden. Herkenning was ook ons verblijf op twintig jarige leeftijd op een kibboets in Israel. Zoekend naar de zin van het leven, bij de dag leven en genieten van al het moois. Drank vloeide rijkelijk. Gert begon zijn drankloopbaan. Ik was in staat om het drinken te beperken en de regie over mijn leven te houden.
Gert vroeg mij weleens wat ik nu eigenlijk nog voor hem kon doen. Volgens de huisarts zat hij in het lichaam van een 80-jarige. Hij bleef drinken en was er van overtuigd, na meer dan veertig opnames in klinieken, dat hij niet meer kon stoppen. En tijdelijk gestopt, vond hij het leven saai. De `rock en rol `was weggeëbd uit zijn bestaan en de dagen regen zich treurig aaneen. Maar drinken is een dagtaak en Gert zei al schuivend van zijn stoel naar de koelkast: `alcoholist zijn is topsport`.
Al kon ik qua behandeling niet zoveel uitrichten, ik bleef komen. Wij hadden het over A.F.Th. Zijn leven in de breedte, breed uitgemeten in de cyclus Tandeloze tijd. Gert’s leven was smal, speelde zich af  in een geel gerookte woonkamer. Niet veel later vertrok hij naar een verzorgingshuis. Daar praten we door, luisterden naar Nick Cave. Hij bleef het jammer vinden dat ik geen `biertje`mee dronk. Dat konden we niet gezamenlijk delen, wel de poëzie die hij voordroeg en de muziek die volgens Gert in de roes veel mooier was. Ik nam genoegen met de mindere versie.
 
Drinken bleef Gert doen om zijn gemiste kansen. De fotograaf die hij wilde worden maar ondanks zijn artistiek talent niet tot bloei kwam. Mijn gemiste kans is schrijver willen worden die ik niet ben geworden. Zijn verloren liefdes, stukgelopen relaties, mijn mislukte relaties die op veel pijn zijn uitgedraaid. De vergankelijkheid, onze vergankelijkheid. Muziek maakte  mismoedig, het onafwendbare van het menselijk lot, met de dood tot gevolg.
Gert deed een langdurige opname, maar het niet drinken gaf hem niet zijn levenslust terug. Samen gingen we op pad, naar een woonplek zoeken. Lange autoritten, gesprekken en de muziek van Nick Cave. Het was voor Gert niet de weg, en hij deed op een theatrale manier een zelfmoordpoging in het Theater hotel. De aftakeling volgde, lichamelijk en geestelijk. Contact bleef, maar met het besef dat ik niet meer kon doen dan toekijken. IJzige verwijdering.
Op een koude decemberochtend stond ik aan zijn graf, een vriend die de bevroren grond in ging.