dinsdag 26 april 2016

Tot de dood ons scheidt







Als bemoeizorger kan ik niet weglopen voor de dood. Simpelweg omdat de dood je altijd inhaalt. Linksom of rechtsom. Of hij staat plots voor je neus. Geen ontkomen aan.
Gaan al mijn cliënten dan dood? Uiteindelijk wel, maar dat geldt ook voor mij. Triest is dat veel cliënten van mij zoveel eerder dood gaan dan gewenst of gehoopt. Soms komt de dood als geroepen, als de finale van een lange lijdensweg waar geen eind aan leek te komen.
Maar vaak komt de dood ook te vroeg. Zoals voor de man met wie ik zijn AOW-papieren had ingevuld. Op zijn 65-ste zou hij eindelijk weer eigen inkomsten krijgen. Voor die tijd leefde hij op de zak van een aantal gebruikersvrienden in een overvolle duplexwoning. Hendrik dronk er zijn biertje en `s morgens vroeg stond vaak de braadpan op het gasfornuis met moddervette kippenvleugeltjes. Het gaf de uitgeleefde woning iets huiselijks.
Een week voor zijn 65-ste verjaardag belde `s morgens vroeg een huisgenoot. “Het gaat niet goed met Hendrik, je moet komen.” Het klonk onheilspellend, dus een collega en ik gingen er direct heen. Hendrik zag grauw en hij had pijn in zijn buik, heel veel pijn. De huisarts wilde niet komen, de patiënt moest maar naar hem toe komen. Een zoon, die ook was gebeld en zijn vader meer dan twintig jaar niet had gezien, kwam en hielp met een aantal andere mannen zijn vader naar beneden. Ze zetten hem op de bijrijdersstoel in de kleine auto van mijn collega.
Mijn collega reed en ik nam plaats achter Hendrik. De verkeersdrempel aan het eind van het straatje kon Hendrik niet meer hebben en ik voelde het leven uit hem wegvloeien. Ik belde 112 en ik kreeg vrijwel direct contact met de ambulance die naar ons toe zou komen. Wij moesten ergens parkeren zodat zij Hendrik zouden overnemen. Ik rijd er dagelijks langs en dan denk ik vaak aan Hendrik. Alles was geregeld, alles zou goed komen en toen strandde hij op een uitvalsweg in Almelo.

Gepubliceerd op Blog: www.wijzijntactus.nl