woensdag 13 juli 2016

Vervuiling

De hele omgeving wordt overheerst door deze solide kolos van rood steen, met rijen kleine vierkante ramen. Het geeft een Oost-Europees gevoel. Het gevoel van intrinsieke treurigheid. Een leven zonder kleur, zonder franje. Joost woont op de tweede verdieping in een drie kamerflat. Hij laat niet graag mensen toe, want de schaamte over zijn vervuilde woning is groot. De brievenbus is overvol en dat geeft zonder woorden aan hoe het is gesteld met de administratie van Joost.

Joost werkt in een industriële bakkerij waar hygiëne regel één is. Daar zijn ze erg tevreden over hem. Zijn baas weet dat Joost problemen heeft. De boekhouder heeft zich met toestemming van Joost al ontfermd over de rekeningen. Maar niemand van zijn collega’s weet hoe het er thuis uit ziet. Het duurde ook voor mij een tijd voordat ik het wist. Al eerder was de woning grondig gereinigd door een team van de GGD. De vervuiling had weer toegeslagen. Joost dronk en gebruikte zijn ritalin als een middel om in combinatie met alcohol in een roes te raken en zo alles te vergeten.
Joost is een vriendelijke jongeman die ondanks zijn verslaving een hoog arbeidsethos heeft en nooit verzuimd, hoe belabberd hij zich ook voelt.
Hoe ziet de flat er uit? Elke beschrijving mist de anarchie die er heerst. Lege en ook veel half lege blikken bier die heer en meester zijn geworden van de vloer. Een verschraalde bier lucht ontneemt je de adem. Etensresten op tafel en op de grond tussen de blikken. Thuis komen, en op de bank ploffen is onmogelijk. De bank ligt vol en is smerig, in de slaapkamer een matras op de grond zonder hoes. Het geheel nodigt alleen maar uit om hard weg te rennen. Liever middelen dan nachtrust. Joost stopt weleens wat in vuilniszakken, maar uit gemakzucht zet hij ze op het balkon, en daarna in de tweede slaapkamer. Vol is vol. De buren ruiken de penetrante lucht en bellen de woningbouw. Zo kwam de her aanmelding bij Tactus tot stand.

Met praten ruim je geen woning op. Samen zijn we begonnen. Vuilniszakken volgestopt met afval van zijn eenzame bestaan in een enorm flatgebouw. Het was symptoombestrijding. De afval kroop zijn woning weer in. De woningbouw kwam langs. De wijzende vinger maar Joost was machteloos tegen zijn verslaving. Totdat een nicht zich opwierp als reddende engel. Ze kwam en liet zich niet afschrikken door het afval of door de afwerende houding van Joost. Ze bleef komen en door oprechte betrokkenheid begon er iets bij Joost te veranderen. Minder drinken, grondig opruimen en hij meldde zich aan bij Intact Herstel en Zelhulp. De ritalin zwoor hij af en toen ontdekte hij hoe ver weg hij was geweest. Hij kan weer thuis zijn.




vrijdag 20 mei 2016

Bankje


Om bemoeizorg goed te kunnen doen, heb je in ieder geval een lange adem nodig. Onder het motto: zolang er adem is, is er leven. Hoe lang het soms ook kan duren.
Zo is er een man die, na ruim tien jaar zorgmijder te zijn geweest, mij ging verwijten dat hij na die tien jaar nog steeds op hetzelfde bankje in – u voelt hem al aankomen – hetzelfde park zat. Strikt genomen had Karel gelijk. Ook al kon ik het niet nalaten om telkens te blijven zeggen dat ik van alles had geprobeerd, maar hij écht niet wilde. Ook de wijkagent had zich een slag in de rondte gewerkt om Karel van het bankje te krijgen. De enige verhuizing die om de zoveel tijd plaatsvond was een korte detentie. Elke keer als Karel vast zat, was de hoop dat hij nu wel eens een keer wat langer vastgehouden zou worden. Helaas. Veel zaken werden uiteindelijk geseponeerd. Gebrek aan bewijs.
Karel zat vooral op het bankje in het park, maar hij had ook andere vaste plekken in de stad. Makkelijk voor mij als bemoeizorger omdat ik Karel altijd kon vinden. Was hij onvindbaar, dan wist ik vrijwel zeker dat hij vast zat. Karel is ook honkvast wat betreft zijn mobiele nummer. Vader wist het vaak ook wel. Die zocht hem dagelijks op in zijn scootmobiel.
Karel had geen postadres, geen uitkering en was niet verzekerd. Karel dronk; soms erg veel en dan was hij nauwelijks te verstaan. Als hulpverlener stak ik in op praktische hulpverlening: de uitkering. Karel werkte niet mee. Samen naar het arbeidsbureau. Een gesprek dat na vijf minuten al helemaal de verkeerde kant op ging. Karel stapte boos en verontwaardigd op. Bij de deur naar buiten zei hij geruststellend tegen mij: ”Maak je om mij maar niet druk, ik red het wel”. Hij haalde met zijn linkerhand een stapeltje bankbriefjes half uit zijn broekzak.
Karel redde het inderdaad wel op de straten in deze provinciestad. Wat hij, naast het op straathoeken staan, deed, bleef vaag. Hij was altijd heel recht voor zijn raap over de junkies die bij Tactus rondliepen. Daar wilde hij niet komen; hij wilde zich niet vereenzelvigen met die al eeuwen geleden opgegeven mensen.
Alle eer voor de wijkagent. Karel werd opgenomen. Helemaal in Enschede en dat was voor Karel een hele stap. Succesvol? Nee, want daar was de opname van een halve dag te kort voor. Karel verdween weer de straat op. Karel zat nog wel een paar keer vast. Totdat een rechter besloot dat het genoeg was geweest. Karel zit nu met een ISD-maatregel twee jaar vast.
Ongemerkt blijf ik toch naar hem uit kijken, in het park en al die plekken in de stad die nu kaal en verlaten ogen zonder zijn aanwezigheid. Soms stop ik even bij ‘het bankje’ in het park om een boterham te eten.


 
Gepubliceerd op Blog www.wijzijntactus.nl

dinsdag 26 april 2016

Tot de dood ons scheidt







Als bemoeizorger kan ik niet weglopen voor de dood. Simpelweg omdat de dood je altijd inhaalt. Linksom of rechtsom. Of hij staat plots voor je neus. Geen ontkomen aan.
Gaan al mijn cliënten dan dood? Uiteindelijk wel, maar dat geldt ook voor mij. Triest is dat veel cliënten van mij zoveel eerder dood gaan dan gewenst of gehoopt. Soms komt de dood als geroepen, als de finale van een lange lijdensweg waar geen eind aan leek te komen.
Maar vaak komt de dood ook te vroeg. Zoals voor de man met wie ik zijn AOW-papieren had ingevuld. Op zijn 65-ste zou hij eindelijk weer eigen inkomsten krijgen. Voor die tijd leefde hij op de zak van een aantal gebruikersvrienden in een overvolle duplexwoning. Hendrik dronk er zijn biertje en `s morgens vroeg stond vaak de braadpan op het gasfornuis met moddervette kippenvleugeltjes. Het gaf de uitgeleefde woning iets huiselijks.
Een week voor zijn 65-ste verjaardag belde `s morgens vroeg een huisgenoot. “Het gaat niet goed met Hendrik, je moet komen.” Het klonk onheilspellend, dus een collega en ik gingen er direct heen. Hendrik zag grauw en hij had pijn in zijn buik, heel veel pijn. De huisarts wilde niet komen, de patiënt moest maar naar hem toe komen. Een zoon, die ook was gebeld en zijn vader meer dan twintig jaar niet had gezien, kwam en hielp met een aantal andere mannen zijn vader naar beneden. Ze zetten hem op de bijrijdersstoel in de kleine auto van mijn collega.
Mijn collega reed en ik nam plaats achter Hendrik. De verkeersdrempel aan het eind van het straatje kon Hendrik niet meer hebben en ik voelde het leven uit hem wegvloeien. Ik belde 112 en ik kreeg vrijwel direct contact met de ambulance die naar ons toe zou komen. Wij moesten ergens parkeren zodat zij Hendrik zouden overnemen. Ik rijd er dagelijks langs en dan denk ik vaak aan Hendrik. Alles was geregeld, alles zou goed komen en toen strandde hij op een uitvalsweg in Almelo.

Gepubliceerd op Blog: www.wijzijntactus.nl 

donderdag 24 maart 2016

Vallen


Het drinken van alcohol kan nogal wat gevolgen hebben. Vallen is er daar één van. In de roman ‘Vallende ouders’ van A.F.TH. van der Heijden sijpelt de drank de lezer tegemoet.
Als bemoeizorger kom ik deze gevolgen regelmatig tegen. Soms zijn de wonden letterlijk zichtbaar. Het gezicht of achterhoofd ziet er paars en bultig uit. Soms zegt iemand onomwonden wat er is gebeurd; vaak worden er maar weinig woorden aan vuil gemaakt. Het komt ook voor dat de valpartij grote gevolgen heeft. Soms betekent het zelfs het einde van het drinken. Als de val ernstige botbreuken tot gevolg heeft, volgt er noodgedwongen een ziekenhuisopname. Een periode van abstinentie die tot nadenken kan aanzetten. Meestal vallen de opgelopen blessures mee en kan de drinker na de valpartij doorgaan. Enigszins gehavend begeeft hij zich weer de straat op om een nieuwe voorraad in te slaan.


Iemand zien vallen doet mij steevast aan de grond genageld staan. Nog niet zo lang geleden viel iemand die toch de deur voor mij had opengedaan, steil achterover. Zijn achterhoofd werd niet gespaard, want hij viel precies op zijn stereotoren. Even was alle beweging bevroren en ik hield mijn adem in. Ik wist dat hij vanuit het niets was gevallen en ik deze val niet had kunnen breken. Als een Godswonder kwam het leven terug in de gevallen man. Vrijwel net zo snel als de valpartij zich had voltrokken, stond hij weer kaarsrecht naast zijn toren. Hij zei er niets over. Uit schaamte of omdat de klap elk besef even had uitgeschakeld? Hij bleef het antwoord schuldig.
Vallen heeft naast de lichamelijke complicaties ook gevolgen op relationeel vlak. Zoals bij de man die van zijn houten grenen trap viel en gevonden werd door zijn zoon. Deze schakelde direct alle hulpdiensten in, maar bracht daarna nooit meer een bezoek aan zijn vader.


Keerpunt
Bekend is dat de meeste ongelukken in huis gebeuren, zo ook voor de mensen die ik bezoek. Maar er zijn ook mensen die buitenshuis vallen. Denk daarbij aan het vallen van balkons. Om het lot nog wat extra te tarten, zit zo’n balkon vaak aan de hoogstgelegen woning bevestigd. Een zestigjarige man komt thuis na flink doorgezakt te hebben en is zijn huissleutel vergeten. Alweer het ruitje inslaan en daarna de woningbouw bellen met het bekende verhaal of… Als je weet dat de balkondeur open is, kan je in plaats van de trap ook de regenpijp nemen. Bijna op de derde etage aangekomen, raakt deze klimmer zijn grip kwijt en volgt de onherroepelijke val. De drank in de man geeft hem het lichaam van een kat. Of hij hier ook negen levens bijgeleverd krijgt, weet ik niet. Hij is niet de enige die zulke valpartijen overleeft. Stopt iemand daarna met drinken? Voor een tijdje, maar het leidt niet tot het keerpunt dat je zou verwachten.
.






Gepubliceerd op Blog: www.WijzijnTactus.nl

vrijdag 19 februari 2016

Kansen

Frank, begin veertig, dronk al meer dan twintig jaar. Mateloos en gepassioneerd. “Het is topsport”, zei hij als hij zijn volgende halve liter met veel pijn en moeite uit de koelkast ging halen.
Lichamelijk was dit het zeker, want zijn lichaam ging door zijn beoefening hard achteruit. Totdat het niet meer verder kon. Hij werd zijn kamer van het begeleid wonen uitgegooid en was lichamelijk niet in staat om er zelfs maar over na te denken om op straat te gaan leven. Ik stelde hem voor de keus: of met mij mee voor een opname of een opname via een Rechterlijke Machtiging. Hij stapte bij mij in de auto. Er volgde een half jaar opname en deze man ervoer dat een leven zonder drank ook zijn goede kanten had. Hij heeft tijd gehad voor een keuze. Zijn leven verder leven zonder drank, of toch… Hij maakte zijn keuze. Drinken, veel drinken en zijn lichaam protesteerde elke ochtend als de inname begon van het eerste blik. Doorzetten. Na twee blikken bleef de rest meestal binnen. Een leven zonder drank vond hij saai en zinloos. Na enkele maanden stond ik aan zijn graf. Gemiste kans?


Inzicht
Bastiaan had altijd in de hulpverlening gewerkt. Sprak het jargon en had een vriendelijke uitstraling. Bastiaan dronk stevig en na zijn scheiding gingen alle remmen los. De hersenen liepen onherstelbare schade op en de Korsakov bepaalde meer en meer zijn doen en laten. Lange tijd mocht ik niet bij hem komen; hij kwam wel bij mij, want hij was toch bezig met zijn fietstochten. Totdat ik een keer wel bij hem over de vloer kwam. Een verwaarloosde woning. Bastiaan at nauwelijks. Bij Korsakov is er geen ziekte-inzicht, ook niet als je zelf hulpverlener bent geweest. Als ik toch iets zei over zijn geheugen waren zijn woorden steevast: “Ik heb een ijzersterk geheugen”.
De situatie verslechterde en ik vroeg een Rechtelijke Machtiging aan. De rechter kwam en vond dat meneer nog wilsbekwaam genoeg was om voor zichzelf keuzes te maken. Niet eten en eindeloos drinken was volgens haar zijn eigen keus. Was het ook zijn keus dat hij binnen enkele maanden overleed aan kanker. Hij had namelijk geen ziekte-inzicht. Gemiste kans?


Nieuwe kans
Harrie kom ik met enige regelmaat tegen op de fiets. Steevast zijn kind in het kinderzitje. Harrie heeft het nodige gedronken in zijn leven. Zoveel dat zijn lever geen druppel meer kon verwerken. Eenmaal probeerde hij het toch nog, werd zo ziek dat hij de knop eigenhandig omzette en nooit meer een druppel heeft gedronken. De inschatting van de specialisten was dat Harrie een nieuwe lever moest krijgen. Zo niet dan zou hij overlijden. Hij kwam op de wachtlijst. Voorwaarde was: niet drinken. Dit lukte Harrie, die begeleid ging wonen, een nieuwe vriendin trof en uiteindelijk weer vader werd van twee kinderen. En die levertransplantatie. Die bleek uiteindelijk niet nodig. Een gegrepen kans.


Gepubliceerd Blog: www.wijzijntactus.nl