zondag 27 januari 2013

De Man met de Verkeerde Pet

Wie kan een mens nog vertrouwen? In ieder geval niet de mensen die van hard fietsen hun beroep hebben gemaakt. Een man die zegt goede zorg te verlenen roept niet direct een onderbuik gevoel op. Of is dat naïef?

De dakloze, die zich al anderhalf jaar dakloos en overdag doelloos door A. begeeft heeft zich gemeld bij het plaatselijke PGB-bureautje voor zorg. De winter hangt in de lucht en het is bijna kerst. Kerst staat synoniem voor gezellig ergens binnen zitten. De vorige winter was een goede testcase voor hem en die doorstond de 69-jarige man met grandeur en zonder EPO. In augustus begon hij op te zien tegen komende winter. Nog niet wetende dat er voldoende sneeuw zou vallen om een compleet iglo dorp van te bouwen.
Deze man moest voor de winter naar binnen. Het hostel leek nog steeds het beste plan, maar erg hoopgevend was het allemaal niet. Het hostel plan bevond zich nog in de fase van keuzes maken, die zich tegenwoordig vaak voordoet bij pas getrouwde stellen: kopen of huren.
De dakloze man kon ook kiezen voor een opname - heel langdurig - in ieder geval een winterlang tot de vogeltjes zich laten horen. Dit zou wel inhouden dat hij in de winterperiode een soort alcoholslaap zou moeten houden. Ook wel onthouding genoemd. De dakloze stond met zijn rug tegen de muur, helaas niet zijn eigen muur. Hij laat zich aanmelden voor een opname en hij krijgt te horen dat er twintig wachtenden voor hem zijn. Waarschijnlijk kan hij terecht in de zomer van 2014.

Het gesprek van de dakloze en de man van het PGB-bureautje voor zorg beloofde gouden bergen: goede zorg en binnen een week of drie, vier een eigen woning. En dan dagelijks geplande en ongeplande zorg. De dakloze vat even niet hoe nu al gepland kan worden dat er op een later moment ongeplande zorg gaat worden verleend. De dakloze stapt opgemonterd de koude winterlucht in.
`Ze zijn nu aan het sauzen’, zei de man van het PGB-bureautje voor zorg tegen de dakloze man toen hij zijn nieuwsgierigheid niet langer kon bedwingen en had gebeld. `Morgen kan de woning bekeken worden`, voegde man er aan toe.
De volgende dag liep de afspraak mis. De man van het PGB-bureautje voor zorg wachtte achter zijn eigen bureau en de dakloze viel in slaap bij de Hema. De Hema-directie nam hier notie van via een tweet van zijn twitterende hulpverlener en ze namen direct maatregelen om het slapen bij de Hema in de toekomst vrijwel geheel onmogelijk te maken.
De dakloze verwachtte een woning, maar dat is het net niet helemaal geworden. De man kan terecht op een kamer. Een fris gesauste kamer dat als doorstroomwoning gaat fungeren. Totdat de man zijn eigen huis krijgt. `Een week of drie’, vertrouwt de man hem toe. De eerste gesprekken met de woningbouw van A. zijn al geweest en de contacten zijn bijzonder goed, zo laat hij bijna ten overvloede weten.

De hal biedt plaats voor het vervoermiddel van de dakloze man. Vervolgens moet een steil uitziende trap beklommen worden. Merkwaardig is dat de leuning zich bevindt in de bocht van de trap. Net waar de treden versmallen. Daarom zit op dat lastige punt natuurlijk de leuning en is de leuning achterwege gelaten aan de brede kant van de treden. Zuinig omgaan met spaarzame middelen, zoals tropisch hardhout. Boven is het huis, ook al is de eerste verdieping geheel op de eerste verdieping gelegen, niet vrij van trappen. Van wc tot aan de douch en de keuken moeten er twee treden beklommen of afgedaald worden om die ruimte te betreden. De dakloze man benoemt de vele trappen, maar de kamer maakt het goed. Er zit een dak op.
De afspraak die wordt gemaakt is dat de man overdag hier kan gaan zitten en `s nachts voorlopig gebruik blijft maken van de nachtopvang. Het is net voor kerst en het is een warme kerstgedachte dat de bijna ex-dakloze zijn kerst op eigen kamer kan doorbrengen op een hoge stoel en een fauteuil die niet misplaatst zal zijn bij het Openluchtmuseum van A. De man van het PGB-bureautje voor zorg gaat zorgen voor een bed en dan kan de man hier al wonen. De dakloze krijgt een sleutel en de man van het PGB-bureautje voor zorg vertrekt naar zijn kantoor in de binnenstad van A.

De dakloze zit met kerst op zijn kamer en `s nachts slaapt hij in de nachtopvang. Ook de jaarwisseling wordt zo doorgebracht. Een marginaal bestaan met slechts een kleine afwisseling. De eerste vrijdag van het nieuwe jaar is de dag dat de dakloze wordt onttroond van zijn omschrijving van wie hij is. Hij valt nu onder de zorg van het PGB-bureautje voor zorg. Hij kan nu ook slapen op zijn kamer. Vanwege een noodlottige samenloop van omstandigheden valt de dakloze ook letterlijk. Van de steile trap met de leuning die aan het smalle gedeelte van de trap is gemonteerd. Helaas, maar beter vallen in een woning van het PGB-bureautje voor zorg dan ergens op een openbare trap buiten waar de dakloze mogelijkerwijs pas na vele uren door een voorbijganger zou worden aangetroffen. De huisgenoot van de dakloze komt net voor middernacht de woning in. Hij hoort het verhaal van de dakloze aan. Hij treft hem in zijn bed aan, een ijzeren bed met een opengeslagen slaapzak over hem heen getrokken. Hij hoort het verhaal aan. De valpartij, de onmacht om zelf weer in de benen te komen, het roepen om hulp. De voorbijganger die zijn hoofd om de deur had gestoken en hulp was gaan halen. Vreemd klonk het in de oren van de huisgenoot dat mannen met zwarte helmen de dakloze naar boven hadden gebracht. Vast een klap van de leuning gehad, bedenkt hij zich. De huisgenoot belt 112 die snel doorverwijst naar de huisartsenpost. Er zou iemand moeten komen, maar er komt niemand. De voordeur is ook niet gelegen aan de straat waaraan het pand is gesitueerd.
De huisgenoot meldt zaterdagochtend bij de dependance van het PGB-bureautje voor zorg dat de dakloze van de trap is gevallen. Er komt niemand kijken. De huisgenoot zit noodgedwongen op een houtje te bijten en kan ook geen eten kopen voor de dakloze die ook geheel zonder zit. Pas maandag kan de huisgenoot terecht bij de verslavingszorginstelling in A. Gelukkig wordt er naar hem geluisterd en komt er iemand bij de dakloze kijken. Aan haar reactie te zien is zij erg geschrokken van de toestand waarin de dakloze zich bevindt. Ze haalt eten en de dakloze en huisgenoot nemen dit met volle teugen tot zich. De dakloze gaat met de ambulance naar het ziekenhuis. Veel botbreuken door dit winterweer en dus moet hij met veel geduld wachten op een foto. Zowel boven als onder aan zijn lichaam is er iets gebroken. Hij mag blijven. De dagen verstrijken. Zijn vaste hulpverlener van de verslavingszorginstelling komt langs. De man van het PGB-bureautje voor zorg laat zich niet zien. Als na twee weken het ziekenhuis contact met hen opneemt is het antwoord: `Hij was nog niet bij ons in zorg`. De dakloze in het warme ziekenhuisbed krabt zich achter zijn oren. `Niet in zorg, terwijl ik een kamer van hem heb gekregen met de sleutel. Er had zaterdagochtend iemand moeten komen, hier melding van maakte in het dossier, maar niet kwam omdat iemand tegen hem had gezegd dat hij `met dronkenkop van de trap was gelazerd en nu zijn roes lag uit te slapen`.

De dakloze begrijpt nu het bericht uit de krant waarin stond dat daklozen in zorg de helft minder kosten dan daklozen op straat. De dakloze draait zich heerlijk om in zijn bed, genietend dat hij dit nu overdag kan doen.

zaterdag 19 januari 2013

De Man met de Gele Pet


Donderdagmiddag, het liep tegen het eind van een lange werkdag. De beleidsmedewerker van de gemeente heeft zijn computer al afgesloten en is net bezig om zijn broodtrommel in zijn vrijwel lege tas te stoppen.  Het werk zit erop, al is het eerlijker als hij zou zeggen, de werkuren zijn weer voorbij.
De telefoon rinkelt, Harm kijkt door zijn zware zwarte montuur op de display wie hem nu nog via de interne lijn belt. De meeste ambtenaren houden het werken op tijd voor  gezien. Het is de wethouder.
`Ja’, zegt hij met een toon waarbij een lichte geïrriteerdheid niet valt te ontkennen. `Harm, de burgemeester is op tilt. Kom naar mijn kamer, snel`.
Harm legt de hoorn op het toestel en gaat met pasje bewapend naar de eerste verdieping. De verdieping waar echt hout is gebruikt voor de afwerking van de wanden en de deuren. De rest van het gebouw straalt de strakke eenvoud uit die de jaren zestig zo kenmerkte. Het pand is niet voor niks afgeschreven. De raad heeft het plan voor een nieuw stadhuis er door. Die hindernis is genomen, nu nog 58 miljoen vinden. Dit was niet de klus van Harm maar hij kent de beleidsmakers die hier mee bezig waren. Harm doet zorg en welzijn.

`Harm, paniek, vreselijke paniek in de kamer van burgemeester. Ze heeft net contact gehad met de politie. Vannacht zijn er acht daklozen opgesloten geweest in de Cellengang. De winteropvang zat vol.` Harms eerste gedachte was: dan hebben er maar weinig mensen op straat gelegen. De wethouder keek Harm aan, lang aan en zei: `Het leek vanmorgen na het gesprek met die man van Tactus allemaal in kannen en kruiken. De bekende buitenslapers waren al bij de nachtopvang en de winteropvang. Alleen die ene boomlange zwerver met de winkelwagen zou waarschijnlijk de nacht buiten door hebben gebracht. En dan zijn er opeens 8 man, waar in Godsnaam zijn ze vandaan gekomen?`
`Staan die niet ergens op een lijst?  Heeft de politie namen genoemd?
`Harm, nu moet je goed naar mij luisteren. De burgemeester heeft gister een noodverordening uitgedaan dat elke dakloze naar binnen  moet.  Niet met de bedoeling om ze binnen in de cel te zetten. De regionale krant zit mij al zo op de hielen. Als die twitterende Tactusman iets twittert over een opgesloten dakloze dan hangt de krant direct aan de telefoon. En een kop in de krant als : “Dakloze in A. gaan nachtje cel in”, haalt gelijk de nationale media. En Harm, dat moet voorkomen worden. Snel, want anders staat alles op Twitter. Dus je gaat als de wielewaal extra plekken regelen bij de nachtopvang. Ze hadden er toch 12? We hebben geld genoeg gestuurd voor aanschaf van veldbedden.`

Harm belt op zijn eigen kantoor de nachtopvang. De nachtopvangmedewerker neemt vrolijk de telefoon aan en zegt dat de winteropvang gisteravond vol was. Vier bedden die in de woonkamer staan,  zijn er neergezet om te dienen als winteropvang. `Kunnen er vannacht minimaal 8 bedden bij gezet worden. Er komen meer mensen vannacht`. Harm wacht even op antwoord. Stilte. `Kan dat?` `Nee’, zegt de jongeman aan de andere kant van de lijn .Mijn baas is wegens familieomstandigheden niet aanwezig, en ik kan dit niet beslissen. `Harm wil zijn reactie geven maar als hij zijn mond open doet, hoort hij tuut, tuut…..
Harm belt de manager van Tactus. Er moet haast gemaakt worden. De klok wijst al over vijven. Nog aan het overwerken ook denkt hij in een flits.
De manager neemt op en luistert aandachtig.` Maar, waar, komen, die acht mensen, vandaan?  Had Maarten die niet op zijn lijst staan vanmorgen?`
Harm zegt dat Maarten maar één notoire buitenslaper had genoemd. Verder waren de bekende parkslapers en portiekovernachters binnen. Hij had ook nog iets gemompeld dat ze soms in schuurtjes en op banken lagen. Harm: `Kunnen er 8 bedden in de dagopvangruimte gezet worden. De burgemeester wil nog steeds dat alle daklozen binnen liggen. Maar het is echt onverkoopbaar dat de daklozen afgevoerd moeten worden naar de cellengang als ze gemotiveerd zijn voor gratis winteropvang. Dit is zo wereldkundig. Zeker met die twitterende man van je. Zorg er voor dat je hem in toom houdt met zijn tweets.’
`Heel zakelijk begint de manager zijn verhaal: de afspraak is dat de nachtopvang voor de winteropvang zou zorgen. Dat nemen wij niet zomaar over.

De manager belt direct met de wijkagent. De wijkagent hoort het verhaal van de stadhuispaniek rustig aan en zegt: `Laat ze daar maar even flink zweten. Wordt het voor eens en altijd duidelijk hoe groot het probleem is’. De manager kan zich wel vinden in deze houding en samen besluiten ze geen actie te ondernemen. De afspraken zijn helder, de nachtopvang is verantwoordelijk voor de winteropvang en daar moet de beleidsmedewerker maar mee gaan overleggen. Harm merkt dat hij erg machteloos is. Niemand wil extra bedden neerzetten. Hij  loopt naar de kamer van de wethouder.
`Ik ga persoonlijk bellen met de politiechef. We moeten iets doen Harm`, zegt de wethouder die voorover op haar bureau hangt om bij de telefoon te komen. Harm blijft bij de tafel staan waar vanmorgen het gesprek had plaatsgevonden met Tactus, de wethouder en hij. De politie en de manager van de nachtopvang hadden de afspraak afgezegd. Daarom loopt  nu alles in de soep. “Soepbus” flitst er door zijn hoofd. Moeten we hier in A. een soepbus laten rondrijden. Hij ving flarden van het gesprek op dat de wethouder heel gedreven aan het voeren was met waarschijnlijk aan de andere kant van de lijn een rustig achterover zittende politiefunctionaris. “De soep wordt niet zo heet gegeten als ze wordt opgediend” Wat moest hij met deze onzinnige gedachten? `Dus als het echt nodig is, kunnen jullie in de leegstaande ambulancegarage matrassen neerleggen’, hoorde Harm de wethouder zeggen. Hij zag dat ze zich wat naar achteren liet zakken in haar stoel. “Fijn”, dacht Harm, er is een oplossing gevonden en ik kan zo naar huis.
De wethouder legt de hoorn op het toestel, rijkend over het veel te brede bureau. `Zo`, zegt ze met een opgeluchte glimlach op haar gezicht. `Vannacht hoeven de daklozen niet meer naar de cellengang gebracht worden. Als het nodig is, legt de politie matrassen neer in de ambulancegarage. Het is er warm, tenminste als de ketel nog aan de praat te krijgen is, en er is  wc en douche. Een agent kan dan een oogje in het zeil houden’. Harm knikte  en probeerde zo tevreden mogelijk te kijken. `Ik ga dit goede nieuws direct aan de burgemeester vertellen.` De wethouder verlaat de kamer en Harm bedenkt zich niet en loopt naar zijn kamer om zijn jas en tas te pakken. Voordat hij zijn jas dichtdoet, zet hij zijn gele pet op het hoofd. Op de klep prijkt onopvallend een zwarte kip.

 
De twitterende man van Tactus werd vrijdagochtend op de hoogte gesteld van de paniek die er was geweest in het stadhuis. En dat op een tijdstip dat er normaal gesproken geen sterveling zich er meer op houdt. De twitterende man had zijn twitterscherm al voor zich. Dit had nieuwswaarde en hij wist dat de plaatselijke krant voor het ochtendoverleg zich eerst laat informeren door zijn tweets. Hij wilde zich eerst zelf laten informeren. Hij belde de nachtopvang en daar bleek men niets te hebben meegekregen van alle consternatie van gisteravond. `Er zijn vijf extra bedden voor de winteropvang en vannacht is er zelfs een ongebruikt gebleven`, zei de medewerkster.
Hij belde de wijkagent en die begon op voorhand al te lachen. `Acht mensen naar de cellengang, we zijn geen koeriersbedrijf die mensen heen en weer transporteren. Er is helemaal geen acht man op straat gevonden. Veels te koud. We hebben een stel aangehouden omdat de man lastig deed. Zij hebben een kamer en ze gaven duidelijk aan daar heen te gaan en niet naar de winteropvang. Verder hebben we een onder invloed zijnde man aangetroffen. Heeft kamer, maar hij is meegenomen ter ontnuchtering. Geen bekende, maar nu dus wel. En de vierde man, ja, in totaal zijn er vier man geweest, van de vierde man weet ik de naam nu niet. In ieder geval niet afgevoerd naar de cellengang.
De twitterende hulpverlener legde zijn telefoon neer. Een hele hoop kippendrukte! Er schoten genoeg leuke tweets door zijn hoofd. Maar gister had hij een constructief gesprek gehad met de wethouder en de beleidsmedewerker. Niet tactvol om dat nu alweer om de zeep te helpen.
Vanuit zijn kantoor zag hij Harm, zich tegen de koude wind beschermend met de gele pet, de hoek om slaan richting stadhuis.

woensdag 16 januari 2013

De man met de Rode Pet

Wie heeft er een rode pet. Ik ben al dagen aan het zoeken. Stad en land af, winkel in, winkel uit. Tevergeefs. Nergens kan ik een rode pet vinden voor de man met de rode pet. Markplaats bood vandaag drie rode petten met logo FC-Twente aan. Ongeschikt voor de man met de rode pet uit Almelo.

Waarom heeft de man met de rode pet een rode pet nodig? Logische vraag met een even logisch antwoord. De rode pet is in de wasmachine terecht gekomen. Geen probleem, maar tot op heden is de rode pet nog niet boven water. En ik heb die rode pet naarstig nodig om een foto van de man met de rode pet te maken, met een rode pet op zijn hoofd.
Waarom een foto van de man met de rode pet? Bedrijfsjournalist Sjoerd van der Wal is in december een middagje meegelopen met mij door de binnenstad van Almelo voor de rubriek `Op pad met de bemoeizorger` Wat doet een bemoeizorger en wat komt hij tegen. Je voelt hem al aankomen, de man met de rode pet die direct het hart brak van de journalist. De man met de rode pet had voldoende stof voor drie artikelen. Helemaal voorbereid was Sjoerd niet, want het fototoestel lag thuis.

Klein vraagje na afloop van de tocht door de stegen en winkelstraten van de stad: wil je een foto maken van de man met de rode pet.
Klein klusje. Ik ken immers de man met de rode pet. Ik had er zelfs voor gezorgd dat we de man met de rode pet spontaan zouden tegenkomen op onze tocht. Hij was spontaan tegen een winkelpui gaan staan.
Klein probleempje. De man met de rode pet viel van de trap, brak zowel boven als onder iets en ligt nu in het ziekenhuis. Ach, ook daar kan ik een foto maken van de man met de rode pet. Vorige week vrijdag met fototoestel naar hem toe. Ben ik boven op de afdeling, is de man met de rode pet net naar de operatiekamer gereden. Nog een prent gemaakt van een in slaap gebrachte man met de rode pet, maar Sjoerd vond dit niet geschikt als beeld van de spraakmakende praatjesmaker die hij in de winkelsteeg had aangetroffen. Ik had het groene lakentje ook wat verder van zijn gezicht moeten halen.
Maandag was de herkansing. De man met de rode pet was helemaal bij uit narcose en zat fier en fruitig in bed. Mocht zelfs mee in de rolstoel. Kat in het bakkie. Bleek de rode pet in de wasmachine te zitten. Leuke kiekjes gemaakt, enthousiast doorgemaild naar Sjoerd. Hij vond ze niet onaardig, maar het was een slap aftreksel van de man met de rode pet, zonder rode pet. Volgt u mij nog. Dinsdag begon ik met winkelen. Toch geprobeerd of een zwarte pet ook leuk zou staan. Mooi portret, maar genadeloos retour gezonden. Sjoerd heeft zijn kop voor het artikel al klaar: de man met de rode pet.

De man met de rode pet is met eigen rode pet gefotografeerd in het ziekenhuis. Op de vraag van een mede-patiënt waarom hij op de foto werd gezet zei hij adrem: `leuke versiering voor aan de muur`. Zo is het maar net. Ik heb de man met de rode pet achtergelaten in zijn bed, met rode pet op het hoofd en de lakens lekker over hem heengetrokken.
En de foto van de man met de rode pet. Over ruim twee weken komt de Tribune uit en daar zal hij in prijken. Dan is het mediacircus waarschijnlijk niet meer te stoppen . Ben bang dat ik in de week daarop met de man met de rode pet naar DWDD moet.