Bij het opruimen van zijn kamer in het statige herenhuis
stuitte ik op de tekening van een prachtige notariswoning. Het adres stond in
de rechterhoek genoteerd. Buitenaf gelegen buiten een dorp op twintig kilometer
afstand. “Dat was Gijsberts woning”, realiseerde ik mij. Hij had mij wel eens
verteld dat hij in dit dorp had gewoond, maar niet dat het echt buitenaf was.
Na de scheiding had hij de woning uiteindelijk verkocht. En de overwaarde, een
aanzienlijke som geld, was in zeer korte tijd opgesnoven door zijn nieuwe
vriendin en hemzelf. Terwijl hij geen drugs gebruikte voordat hij zijn nieuwe
vriendin was tegengekomen in de afkickkliniek. Alcohol was zijn probleem. Hij
was pas écht gaan drinken toen hij hoorde ziek te zijn. Zover bekend was het
een goedaardige tumor, maar de wetenschap dat iets groeide in zijn lichaam dat
er niet hoorde te groeien, ontnam hem alle perspectief.
Pas na zijn overlijden ben ik langs zijn voormalige woning
gereden. Inderdaad is het een luxueuze woning op een ruim perceel gelegen,
conform de bouwtekening. “Hier hebben
gewoond, vanuit hier op de mountainbike gestapt om zijn rondjes te gaan rijden
in de naastgelegen bossen, in zijn auto gestapt om te gaan werken als de
financiële man bij een groot en bekend staand kantoor.”
Op zijn begrafenis hoorde ik van zijn goede vriend, die
jaren geen contact meer had gehad, dat Gijsbert ook nog een begenadig
windsurfer en zeiler was. Dat sierde Gijsbert, die bescheidenheid. Nooit
grootspraak over wie hij ooit was geweest. Of wat hij allemaal had gehad. Hij
leefde in het nu en daar moest hij het mee doen.
Dakloos, omdat de relatie met een zwaar verslaafde vriendin
ook niet ging. Overnachten in de nachtopvang met altijd die tekening van dat
prachtige huis in zijn rugzak. Een link met een tijd dat alles nog was zoals
het behoorde te zijn. Een vrouw, een huis, een baan en een goede gezondheid.
Dat Gijsbert anders was gewend, andere interesses had, kwam
soms naar voren als hij vertelde dat hij met bijna niemand in het dagcentrum
een echt gesprek kon voeren. Hij vond veel mensen zo oppervlakkig en ze hadden
het alleen maar over de middelen.
Ook in Gijsberts leven was het middel nummer één. Hij dronk
vaak zoveel dat er een ander persoon opstond die geen enkele opvoeding leek te
hebben genoten. Rauw, brutaal en erg lichtgeraakt met de bijbehorende grote
mond.
Wat Gijsbert erg moet hebben geraakt was dat het hem niet
meer lukte om zijn eigen financiën, zijn administratie bij te houden. Ik hielp
hem met de post en het aanbrengen van enige ordening. Terwijl hij miljoenen heen en weer had
geschoven op dat grote kantoor waar ooit een plek was voor hem. Dat frustreerde
hem meer dan hij ooit losliet.
De ziekte heeft zich in korte tijd tegen hem gekeerd.
Gijsbert was geen doktersloper, maar soms is even vastzitten goed voor iemand
en in zijn geval was het zeker een stap naar medische zorg. Hij werd geopereerd
maar de tumor kwam genadeloos terug en bleek zeker kwaadaardig, terwijl het
kwaad al lang geleden was geschiet.
Ergens in die woning aan de groene landweg, op fietsafstand van de
eindeloze bossen.