vrijdag 18 april 2014

Een middag vrij

Een vrije middag. Eventjes het werk loslaten. Broodjes halen in het winkelcentrum. Voor mij een man met een ware toren van kratten in het winkelwagentje. Bij de kassa sta ik achter een man van middelbare leeftijd, bloeddoorlopen gezicht, die een fles wijn afrekent. Dan loop ik achter een waggelende kalende zestiger aan die te zien aan de fles in zijn rechterhand rechtstreeks uit de slijterij komt. Via het terras van de snackbar waar een dertiger zit die niet zijn eerste biertje van vandaag drinkt, kom ik bij mijn fiets.
Op naar huis voor een lekker.........

zaterdag 5 april 2014

Bijna in de Boeien

 Ik ben bang dat één van de drie geheimagenten van Obama, die zijn geschorst wegens dronkenschap in Amsterdam, niet direct is overgevlogen naar Amerika, maar een tussenstop heeft gemaakt op het Tactus kantoor in Almelo. G...ister had een collega de voordeur op slot gedaan en daarmee ook het alarm aangezet. Twee bemoeizorgers waren nog binnen en raakten niet uitgepraat over het prachtige vak.
Als het alarm er op staat, kan de voordeur niet meer van binnen opengemaakt worden. Simpel gezegd, je moet noodgedwongen je tijd uitzitten tot de volgende ochtend. Om dat voor te zijn, renden we naar beneden en na hard bonzen op de ramen kregen de collega’s die buiten hun dag aan het napraten waren toch nog in de gaten dat ze twee mensen hadden opgesloten. Het pand is het voormalige politiebureau van Almelo.
Mijn collega ging naar huis en ik naar boven om de laatste dingen af te maken. Stil. Hoor ik daar een deur? Ik loop naar de overloop en kijk naar beneden. Niemand te zien. Niets te horen. Vast iets gehoord wat er niet is. Ik loop terug naar mijn bureau en voer nog wat tekst in. Ik vertrouw het toch niet. Misschien is er wel een Unicef dame gekomen die in de kelder, die nog niet geheel asbest vrij is, alvast begint met kerstkaarten plakken. Voor ik er erg in heb, vertrekt ze en sluit zij wederom de boel af. Ik loop mijn kamer uit en loop vol tegen een man aan. Een enorm brede man gekleed in niet te duiden kledij.
`Hallo’, breng ik uit. Het moet geklonken hebben als een angstkreet.` Voor wie komt u?’ Achteraf een onbenullige vraag want hoe komt deze man überhaupt binnen?
`Uw ID’, zegt de man zonder ook maar enige empathie te tonen voor mijn schrik die toch wel even goed in de benen zit.
Ik loop al pratende terug naar mijn kamer en ga op zoek naar mijn ID. De man zegt dat het alarm was afgegaan en dat de melder, precies voor mijn kantoor had aangegeven dat er iemand was langsgelopen. Ja, dat zijn mijn collega en ik geweest. De man luistert maar zijn blik verraad dat hij mij van geen kant geloofd. Nee, ik ben in zijn ogen iemand die privacy gevoelige informatie aan het stelen ben. Hij heeft mij op heterdaad betrapt. Ontsnappen is onmogelijk, want de man versperd mijn kamerdeur.
Deze man, die zegt beveiliger te zijn, bleef het antwoord schuldig op mijn vraag hoe hij muisstil het pand heeft kunnen betreden. De voordeur is van dusdanig kaliber dat het altijd hoorbaar is als hij open of dicht gaat.
Zoals hij kwam, verliet hij ook het pand: muisstil. Maar wel na het stellen van de vraag hoe laat ik exact weg zou gaan. Tot op de seconde nauwkeurig.
Buiten geen spoor meer van deze man. Opgepikt door de veiligheidsdienst?
Meer weergeven